Online
Interactief
Cultureel
Erfgoed
Oud-Papendrecht.nl is onderdeel van de stichting Promotie Papendrecht
Middenstand - 1960-1969
De kleine middenstanders. Wat hadden wij er vroeger veel in Papendrecht. Op ieder stukje dijk kwam je er wel 1 tegen. Bakkers, melkboeren, slagers en kruideniers in overvloed. Allemaal van die leuke kleine winkeltjes en bedrijfjes die een eigen verhaal hadden. Het is jammer dat met de komst van de grootwinkelbedrijven, dit stukje nostalgie is verdwenen.
Op deze pagina vindt u een verzameling verhalen voor en door de kleine middenstanders van weleer.
Heeft u nog een leuk verhaal voor ons? Neem dan contact met ons op!
IJsventer en Cafetaria
Toen zo rond 1960 Leo Nederlof als 1e in de nieuwbouw van Papendrecht zijn cafetaria opende, was het een beetje "the talk of the town" voor de jongeren was het "the place to be" heel wat jongens en meisjes hebben daar hun eerste verkering opgedaan en waar ook huwelijken uit voort zijn gekomen, met name in het weekend was het stervens druk, ik en vele anderen stonden al ruimschoots voor de opening voor de deur om een stoel te bemachtigen en, zoals Hetty Schellenbach in een dorpsverhaal opmerkte, de meesten zaten daar de hele middag op een flesje cola en soms een patatje, nee van die mensen moest Leo het niet hebben, maar de afhalers maakten het meer dan goed.
In het weekend stonden Leo en zijn vrouw en een dochter van Kees Besemer de klanten te bedienen, en dat was soms heel hard werken, Leo stond te bakken, zijn vrouw deed de bestellingen, en de hulp deed de losse dingen en 's zomers vaak het ijs, schepijs van La Venetia dat als het warm weer was met liters de deur uitging, in zijn hoogtij dagen moet Leo goud geld hebben verdiend, maar vergis je niet het was hard werken voor Leo, dinsdags was hij gesloten en op woensdag begon de voorbereiding voor het weekend, met het voorbakken van de patat, eerst gingen de aardappels, een mud of 2 a 3 minimaal in de schrapmachine, die aardappels werden stuk voor stuk gecontroleerd op slechte plekken en indien nodig gepit.
Vervolgens werden de aardappels een voor een tot patat gesneden en bewaard in een paar grote teilen gevuld met water ( geschilde aardappels moet je altijd onder water bewaren ) in de loop van donderdag begon Leo met voorbakken, de rauwe patatten gingen eerst in de centrifuge om het overtollige water kwijt te raken, want als hij dit niet deed dan zat het vet gegarandeerd tegen het plafond aan, vanwege het vele water, daarnaast moest hij bestellingen verwerken en salades opmaken, en als het erg druk was geweest , moest hij vaak op zondagmorgen nog aan de bak om opnieuw patat voor te bewerken.
Ik heb Leo redelijk goed gekend, ik deed wel eens wat klusjes voor hem, zoals nieuwe platen kopen voor de jukebox, ik kocht altijd platen die hoog in de hitparade stonden Leo had daar weinig moeite mee, behalve met 1 plaat, namelijk Woolly Bully van Sam the Sham & Pharaohs, daar had Leo een bloedhekel aan, de hele tent zat vaak het refrein Wolly Bully mee te brullen, nou had Leo in de bakruimte een knop zitten, die met een kabel naar de jukebox was verbonden en waarmee hij een plaat kon wegdrukken, wat hij dan ook deed, in het begin zaten we hem een beetje te pesten door een kwartje in de jukebox te gooien, je had 1 plaat voor een dubbeltje en 3 voor een kwartje, en als hij de plaat dan wegdrukte gewoon de plaat opnieuw te starten, maar daar was de lol gauw af, Leo bleef de plaat maar wegdrukken, het zal je dan ook niet verbazen dat de plaat heel snel uit de jukebox verdween, een ander klusje was, toen ik een auto had, salades wegbrengen naar de voetbalkantine, Leo had alleen een solex als vervoermiddel.
Leo was best een aardige man als je hem iets beter leerde kennen, maar een nominatie voor de meest vriendelijke cafetaria eigenaar van Nederland zou hij nooit krijgen, lachen deed hij zelden of nooit, Leo was een goede voetballer in de 50 er jaren speelde hij in het 1e elftal van Papendrecht, dat in 1957 kampioen werd.
Zijn vrouw was een lief mens, maar in de zaak bij tijd en wijle een ramp, een bestelling aannemen dat ging nog wel, maar bij het afrekenen ging het nog wel eens mis, rekenen was nou niet bepaald haar sterkste punt.
in de loop der 60'er jaren begon Leo concurrentie te krijgen, Henk van Houten kreeg een kiosk bij het zwembad en Arie Bot een kiosk aan de Vondellaan, later opende deze een cafetaria aan de Constantijn Huygenslaan, op de plek waar nu de ingang van de apotheek zit, wanneer Leo is gestopt weet ik niet, vanwege een verhuizing kwam ik er haast nooit meer, maar als ik me niet vergis, is Leo in 1991 na een leven van hard werken op 71 jarige leeftijd overleden, zijn vrouw overleed in 2003.
tekst : Bert Schimmel _ Cambodja
De gouden bokaal
Theo Romeijn zijn bijnaam was Theo prik, had samen met zijn vrouw een drankenwinkel en groothandel in het Westeind nr 13 in het oude pand van schorer, in 1962 krijgt hij van de gemeente een bouwvergunning om het pand te gaan verbouwen tot winkel / woonhuis. Theo had dit slim aangepakt, het was op de hoek Westeind / eilandstraat toch een bouwput aan het worden, hij dacht ik doe gelijk mee, wat was er gaande, de gantel tussen de Beatrixstraat en het Westeind werd afgedamd en kwam droog te liggen, er wordt een parkje van gemaakt, de bloemenwinkel van kwakernaat wordt gesloopt om plaats te maken voor 3 nieuwe winkels op de hoek van de eilandstraat en het Westeind, hier kwamen in ten hoopen met bloemen, de koning met schoenen en ad eikelenboom met herenkleding, Theo zette daar een prachtige winkel bij aan het begin van het Westeind, genaamd de gouden bokaal.
Het opslagterrein achter zijn winkel was natuurlijk zijn zwakke plek geworden, toen de gantel daar nog lag, kwam je er niet op, of je moest door het water of bij laag tij door de modder, toen het parkje er lag liep je zo zijn terrein op, het was kijken of zijn auto er stond, dan wist je of hij thuis was of niet, vervolgens pakte je 3 lege flessen, en ging deze in de winkel inleveren, met het smoesje, deze moest ik van mijn moeder inleveren, en ik moest 1 volle mee terug nemen, dat werkte perfect, je had gewoon gratis limonade.
theo had ook wel eens volle flessen buiten staan, zijn magazijn zat vol, bij warm weer kreeg hij die gazeuse niet aangesleept, het was goedkoop en nog lekker ook, dus stond het buiten, bij een temperatuur boven de 30 graden, moest je daar wegwezen, want die flessen knalden stuk voor stuk uit elkaar, het leek wel een oorlogsgebied.
geleidelijk aan bouwde Theo zijn bedrijf verder uit, met slijterijen in de westpolder in Papendrecht, op krispijn in Dordrecht en een winkel in Alblasserdam, het pand in het Westeind wordt een moderne slijterij, het gezin Romeijn gaat boven de winkel wonen.
eind jaren 70 verkoopt Theo zijn 2 papendrechtse winkels aan de familie smoor, die gewoon zijn door gegaan onder de naam "de gouden bokaal" zelf koopt hij de pastorie in de Kerkbuurt naast de bloemenwinkel van commandeur.
Ponyrijschool en dekstation Noordhoek
het zal midden jaren 60 geweest zijn, de ene week rij je met je fiets op de noordhoek niets te zien, kom je er een week later langs staat er opeens een ponyrijschool, keurig netjes afgewerkt, helemaal beschot, zand en stro in de bak, je wist gewoon niet wat je zag. De heer en mevrouw van der Heijden waren er een ponyrijschool en een paarden dekstation begonnen op een stukje land pal onder de dijk, tussen hun woonhuis op nr 24 en de woning van de familie koolmees en de jager. het was heel snel gegaan allemaal, maar wat wil je met een bedrijf als de combinatie, een zand en grinthandel van Adriaan Verdoorn als overbuurman, men hoefde de dijk maar over te steken en te storten het zand rolde zo van het talut de bak in, aan stro ook geen gebrek, boer veth zat 100 meter verderop.
Het werd druk aan de noordhoek, de jeugd uit Papendrecht kreeg dit in de gaten, en het werd een stormloop, want wie wilde er niet op zo'n pony rijden, woensdagmiddag en zaterdag als de scholen dicht waren, kwam je gewoon niet in de bak, verjaardagsfeestjes werden er gegeven, het was gewoon leuk en nog een keer betaalbaar ook, want naar een manege gaan met je kinderen deed je niet zo gauw omdat het te duur was. in de tijd dat het rustig was, werd de ruimte gebruikt als dekstation voor paarden, men had er een hengst staan "de mylord " die voor 40 gulden zijn best ging doen om een merrie te bevruchten en bijna altijd met goed resultaat.
met de komst van de grotere maneges, ze schoten als paddenstoelen uit de grond, is ook dit bedrijfje gestopt.