Artikel uit Dordrechtse courant - 1934 (Bram Boerman)
Een top / tob prestatie van het toenmalige ambtenarenkorps van de gemeente Papendrecht, 4 maal een begroting indienen bij gedeputeerde staten, en die vervolgens alle 4 niet goedgekeurd zien worden. Thans wordt door het college van b en w voor de 5de maal een herzieningsnota aangeboden, Op telefonisch verzoek van den chef van de provinciale griffie hebben wij een onderhoud gehad over de nog hangende kwesties ten aanzien van de begroting 1934, we houden aan deze bespreking een aangename herinnering niet alleen vanwege de resultaten of de van alle bureaucratie gespeende zakelijkheid, maar voornamelijk vanwege de omstandigheid, dat een helder begrip van den plaatselijke toestand en de plaatselijke moeilijkheden bij het provinciaal bestuursapparaat aanwezig bleek.
Indien eenzelfde begrip zou mogen groeien bij alle instanties met wie het crisis staatsrecht de gemeente in aanraking brengt, dan ware er een kostbare winst te boeken. De eisch tot invoering van reinigingsrechten hebben gedeputeerde staten laten vervallen, ook de invoering eener verlichtingsbelasting, mits de raad zich houdt aan zijne toezegging, dat over het geheele kalenderjaar waarin de straatverlichting tot stand komt een straatbelasting zal worden geheven tot een zodanig bedrag, dat daarmee de jaarlijkse kosten der verharding, ook een gedeelte der kosten van straatverlichting wordt goedgemaakt, daar de raad zich hierover reeds heeft uitgesproken, kan deze kwestie wel als afgedaan worden beschouwd.
Tegen handhaving van het subsidie aan de bad en zweminrichting zullen gedeputeerde staten zich niet meer blijven verzetten, het bedrag kan echter niet op het oude peil gehandhaafd blijven, hoewel het ons bekend is, dat de exploitatie er door verzwaard zal worden, stellen b en w voor het subsidie te verlagen tot 350 gulden. Een vergoeding aan den secretaris van de commissie tot wering van schoolverzuim mag blijven, doch de presentiegelden moeten vervallen. In de bij uw besluit van april j.l. Tot 500 gulden verlaagde raming voor de verstrekking van schoeisel aan leerplichtige kinderen wordt door gedeputeerde staten berust.
Comments