Verschillende krantenartikelen - 1855 (Bram Boerman)
Zondagavond ten 9 ure is er, in het vlak over Dordrecht op den anderen oever der rivier, gelegene Papendrecht, een hevige brand uitgebarsten. Begunstigd door de rietbedekking der meeste gebouwen, stonden in zeer korten tijd 8 huizen en onderscheidene schuren in lichtelaaije vlam.
Een uur later geraakte ook de kerktoren in brand, met het ongelukkige gevolg, dat het vuur ten 12 ure des nachts ook de kerk aangreep, die mede eene prooi der vlammen werd, zoodat er niets dan de muren van overbleven. De dorpsspuiten waren bij het uitbreken der vlammen spordig in werking, doch konden weinig of niets doen. De dorpsschool, die men met de spuiten steeds nat hield, heeft weinig geleden, het vee en de inboedels zijn voor het grootste gedeelte gered.
Van sommige verbrandde gebouwen en daaronder de kerk en toren, is alles, en van andere een gedeelte of niets tegen brandschade verzekerd, de oorzaak van den brand is onbekend. Naar men verneemt, wordt nog steeds wegens den op den 30sten april plaats gehad hebbenden brand in Papendrecht, waarbij ook de toren en de kerk zijn afgebrand, een geregtelijk onderzoek voortgezet, wij wilden den uitslag van dit onderzoek niet vooruitloopen, doch betreuren het dat, naar algemene geruchten, bij dien brand in het gebouw aan de godsdienst toegewijd, onbetamelijke handelingen hebben plaats gevonden.
Men hoopt dat het plaatselijk bestuur in verband met artikel 189 en 199 der gemeentewet, zich ten dezen zal kunnen regtvaardigen. Men verzekert dat een commissaris van policie met twee agenten door de autoriteiten van de stad Dordrecht ter assistentie waren gezonden, maar te Papendrecht hunne hulp is afgewezen. De brandspuiten, zegt men verder, waren door de stad Dordrecht vroegtijdig ter beschikking gesteld, doch niemand heeft zich aangemeld om deze te halen, hoewel de brand onderscheidene uren heeft aangehouden, het kerkgebouw ware gemakkelijk te behouden geweest is het oordeel van velen.
De kerk en toren waren oud en bouwvallig, de eerste voor f 12.000 en de laatste voor f 3.000 tegen brandschade verzekerd. Ten bewijze hoedanig in deze het gedrag in het algemeen bij den brand is geweest, moge strekken dat de veldwachter in de uitoefening zijner functie bij die gelegenheid, dusdanig is mishandeld, dat een individu dien ten gevolge in de vorige week, door de arrondisements regtbank te Gorinchem tot eene gevangenisstraf van twee maanden is veroordeeld.
Commentaires