Artikel uit een krant - 30 nov 1836 (Bram Boerman).
De orkaan die hier gisteren namiddag uit het w.z.w. Heeft gewaaid, kan geacht worden weinig minder in hevigheid en aanhoudend geweest te zijn, dan die van den 9de november 1800. Even als toen zijn ook nu zwaren boomen uit den grond gerukt, en is bijna geen gebouw of huis onbeschadigd gebleven, menig nederig stulpje aan de dijken, zelfs eene zeer stevigen houtloods in deze plaats is door de wind geheel vernield. Van ongelukken op het water is het te vreezen, dat veel zal gehoord worden : een droevig ongeluk is hier in het gezicht van het dorp gebeurd. 5 groenteboerinnen, omstreeks den middag in haar schuitje uit de groothoofdshaven vertrokken, na lang met wind en golven geworsteld te hebben, kwamen omstreeks half vier in de noord door het overslaan van het water in het uiterste gevaar.
Twee wakkere mannen hermans en de klundert, snelden van het groothoofd in eene andere roeischuit, in weerwil van den allerhevigst woedenden orkaan, ter hulpe toe, ze bereikten nog even tijdig de zinkende schuit, om er de 5 boerinnen uit over te nemen. Lang worstelden zij toen met deze zwaar geladen boot tegen de golven, doch uiteindelijk, door het sterk binnenkomen van het water, alle kans om met hunne schuit aan den oever te komen verloren ziende, werden zij genootzaakt dezelve te verlaten, en op een rietgors , waar echter het water verscheidene voeten hoog stond, eene schuilplaats te zoeken, tot dat hermans en de klundert meerdere hulp in papendrecht zouden gehaald hebben, het gelukte dezen, deels zwemmende, deels badende, het dorp te bereiken, en den nood der 5 vrouwen aan eenige bewoners bekend te maken.
Dadelijk begaven zich 5 menschlievende mannen, willem de jong, maarten otto, teunis wapperom, hendrik van der rest en adriaan klein in eene boot, welke zij daartoe van dirk de heer verkregen, naar het verblijf der ongelukkigen, doch op de aangewezene plaats gekomen, bevonden zij , dat reeds 4 derzelven het leven verloren hadden, en nog slechts eene te redden overbleef. Deze namen zij in de schuit en bragten haar in bedenkelijken toestand aan het huis van h van den adel, waar haar dadelijk de noodige geneeskundige hulp toegebracht is.
Comments