Artikel uit Dordrechtsche courant - 19 sept 1901 (Bram Boerman)
Zaterdagmorgen was op de grens van Papendrecht en Alblasserdam een troep zigeuners die nogal brutaal optraden, onder andere hielden zij paard en rijtuigen aan , en wilden dan geld en sigaren hebben. Daar de weg op genoemde plaats zeer eenzaam is, terwijl men ruim een kwartier gaans van het eerste huis af is, was men nogal bang daar te passeren, en gingen dan ook sommige rijtuigen een andere weg over oud Alblas om Papendrecht en Dordrecht te bereiken. 's Morgens om elf uur gingen de beide politieagenten er heen en verzochten aan de vrouwen om direct op te trekken, waar dezen geen zin in hadden daar de baas weg was, naar de stad, doch hier stoorden beide agenten zich niet aan, ze maakten haar duidelijk dat hier geen praten hielp, en vooruit, de daad bij het woord voegende, brachten zij de paarden al naar de wagens.
Toen kwam er opeens een oude zigeuner voor den dag en spande vast de paarden in, een schreeuw van een vrouw en er kwam een zigeuner uit het riet, die ook al spoedig een harden schreeuw gaf, en jawel daar kwamen uit den verten van de papendrechtsche kant nog vijf kerels aan, toen die bij de wagens kwamen was er ingespannen en, vooruit ging het door Alblasserdam, langs Kinderdijk en elshout naar het pontveer om overgezet te worden, naar krimpen aan de lek dit op kosten van de burgemeester van nieuw Lekkerland, om daar weer overgeleverd te worden aan de politie van krimpen aan de lek, daar ze zeiden naar Rotterdam te moeten.
Comments