Artikel uit Dordrechtsche courant - 1928 (Bram Boerman)
Zeven vette ganzen sleten, onbewust van het droeve lot, dat hun te wachten stond, de laatste dagen op een erf in Papendrecht, reeds waren hun uren geteld, want kerstmis was nabij, toen het groote avontuur over hen kwam.
Met zijn zevenen zijn ze naar het water gewaggeld om te zwemmen, schotsen kwamen aangedreven en zij omringden weldra de vette lijven, de stroom nam de schotsen mee, de schotsen hielden de ganzen vast en verder en verder dreven de dieren van honk. Geen was er, die op hun angstig roepen acht sloeg.
Langzaam ging het de noord af, hendrik ido ambacht werd gepasseerd, en Kinderdijk, Slikkerveer en IJsselmonde de oude plantage met de watertoren kwam in zicht en verdween weer zoetjes aan achter hen, langs het maasstation ging het langs de nosterkade, onder de spoorbrug door, onder de willemsbrug door, de boompjes langs, toen dreven de schotsen verder uiteen, en zij lieten hun buit los, zeven vette ganzen zwommen langs de stad.
Sleepbootkapiteins zagen het schooltje zwemmen, en sommige likten zich al den baard, een ongeorganiseerde klopjacht ontstond en de ganzen kwamen aan boord van verschillende booten, maar de rivierpolitie kon zich hier niet mee vereenigen en trok er op uit om de ganzen weer ter beschikken van de eigenaar te krijgen, vijf ganzen zijn opgespoord, van de twee andere werd aangenomen, dat zij wel in een kerstpot zouden belanden, men wist alleen niet waar .......
Comments