Ingezonden door: Bram Boerman.
De kerkeraad van de Hervormde Gemeente in Papendrecht weigert godsdienstonderwijs te laten geven op de openbare lagere scholen in deze gemeente. De gemeenteraad, die hier in februari 1960 om heeft verzocht, heeft bericht gekregen dat de kerkeraad geen aanleiding kan vinden om het verzoek in te willigen.
De kerkeraad is van mening dat ouders die godsdienstonderwijs voor hun kinderen verlangen, hiertoe in Papendrecht volop de gelegenheid hebben en wijst er daarbij op dat er in Papendrecht 4 bijzondere scholen zijn waar dagelijks de kinderen worden onderwezen in het woord Gods, en waar heel het onderwijs ten doel heeft hun de weg te wijzen om als christenen te leven in deze maatschappij. De kerkeraad herinnert de gemeenteraad er aan dat in Papendrecht ook nog zondagsscholen zijn.
Met 9 tegen 4 stemmen heeft de gemeenteraad van Papendrecht een socialistische motie aanvaard, waarin het besluit van de Hervormde kerkeraad, geen godsdienstonderwijs op de openbare lagere scholen in deze gemeente te laten geven, teleurstellend wordt genoemd. Tot de voorstemmers behoorde 2 AR-raadsleden. Een derde AR-raadslid, de CHU en SGP stemden tegen de motie. De tegenstemmers huldigden de opvatting dat ieder die zijn kinderen laat dopen zich verplicht zijn kinderen naar een bijzondere school te sturen. Wie ze toch naar de openbare school stuurt kan volgens deze raadsleden niet van een kerkeraad verlangen dat deze de kinderen godsdienstonderwijs op die school geeft.
B&W van Papendrecht gaan nu trachten toch nog godsdienstonderwijs op de openbare lagere scholen te laten geven. Op verzoek van de Socialistische fractie, die indertijd ook het initiatief nam tot het verzoek aan de Hervormde kerkeraad, treden zij in overleg met de andere kerkeraden om na te gaan of deze gezamenlijk het godsdienstonderwijs willen laten geven.
Met het besluit van de kerkeraad wordt de onverzoenlijke houding die men in kerkelijke kringen in Papendrecht ten aanzien van de openbare school aanneemt nog eens geaccentueerd.
Het besluit zal intussen en zeker ook in de Hervormde kring grote verbazing wekken, want hier is in de eerste plaats sprake van een miskenning van de taak die de kerken - en ongetwijfeld ook de Hervormde kerken - zich zelf hebben gesteld de verspreiding van het woord Gods. Door het verzoek van de gemeenteraad te weigeren geeft deze kerkeraad dan blijk van een wel zeer vreemde opvatting van zijn taak.
Hoe persoonlijk die opvatting is blijkt uit wat de Generale Synode van de Hervormde kerken over het openbaar onderwijs publiceerde in een herderlijk schrijven. Daarin staat over de taak van de kerk: 'evenmin als zij de medeverantwoordelijkheid kan en mag afwijzen voor de bijzondere scholen, kan en mag zij zich niet onttrekken aan haar medeverantwoordelijkheid voor de openbare scholen'.
Hoe de Papendrechtse Hervormde kerkeraad dit kan rijmen, met zijn besluit om op de openbare scholen geen godsdienstonderwijs te geven, is een raadsel.
Комментарии